Cognitief functioneren
Stoornissen in intelligentie
Na goede behandeling van de hydrocefalus kunnen kinderen cognitief op normaal niveau functioneren. Toch heeft van alle kinderen met hydrocefalus slechts ongeveer een derde een normale intelligentie, welke ook de oorzaak en bijkomende hersenschade is; het intelligentiequotiënt (IQ) van deze kinderen is hoger dan 85. Ook een derde heeft een zwakke intelligentie (IQ 85 - 70) en een derde is zwakzinnig (IQ < 70) (Lindquist et al., 2005)(ENCYCL-Zwakzinnigheid).
Zelfs veel kinderen met aangeboren aqueductstenose, de meest gunstige oorzaak van hydrocefalus, hebben een lager dan gemiddeld IQ; of de grotere kans op een lagere intelligentie te wijten is aan de hydrocefalus of toch aan een mogelijke andere hersenafwijking of aan beide staat niet vast. (Swartwout et al., 2008).
Hydrocefale kinderen met MMK hebben vaak een hoger verbaal dan performaal IQ (Lindquist et al., 2005) (ENCYCL-Intelligentiestoornissen). Bij kinderen die een shunt kregen vanwege hydrocefalus na een bloeding in de ventrikels of in de ruimte tussen de hersenvliezen (zie Oorzaken, punt 2), verschillen verbaal en performaal IQ niet (Lacy et al., 2008).
Stoornissen in andere cognitieve functies
- Omdat bij aqueductstenose geen (grote) hersenschade bestaat, zou het cognitieve functioneren van deze kinderen relatief normaal moeten zijn, zo is altijd gedacht. Maar aqueductstenose is een zeldzame aandoening waarvan niet gemakkelijk voldoende grote groepen kinderen samengesteld kunnen worden die uitspraken mogelijk maken over aard en ernst van stoornissen (zoal aanwezig) in cognitieve functies. Recent werd aannemelijk gemaakt dat kinderen met vroeg in hun leven geshunte hydrocefalus door aqueductstenose hun aandacht normaal bij hun werk houden, maar wat meer kans lopen op fouten door impulsief werken (Swartwout et al., 2008). De kinderen waren geselecteerd op intelligentie (alleen kinderen met IQ > 70 deden mee).
- Kinderen met alleen (een "geïsoleerde") hydrocefalus, dus zonder hersentumor, MMK of chiari-malformatie als oorzaak, kunnen na eenmaal aanbieden net zoveel elementen onthouden en nazeggen of natikken als controlekinderen; zij hebben een normale “registratiecapaciteit”. Maar zij schieten te kort als de aangeboden informatie meer is dan de registratiecapaciteit aankan (zoals in het dagelijks leven bijna altijd het geval is): zij vertellen bijvoorbeeld van berichten minder na dan normaal ontwikkelende leeftijdgenootjes. Het geheugen op lange termijn is voor zover onderzocht in orde.
- “Executieve functies” is een veelomvattende term die onder andere verwijst naar organiseren en plannen van je werk (ENCYCL-Executief functioneren). Onderzoek van kinderen met "geïsoleerde" hydrocefalus heeft aangetoond doen zij dit net wat minder goed doen dan gezonde kinderen. Ook deze kinderen waren geselecteerd (IQ > 69). Maar vergelijking van kinderen met hoger en lager IQ leverde geen nieuwe gegevens op (Lindquist et al., 2008).
- Over hydrocefalus in combinatie met MMK is veel neuropsychologisch onderzoek gedaan. In bepaalde cognitieve functies komen bij deze kinderen nog andere stoornissen voor, met name in de taalpragmatiek (Encycl-taalpragmatiek (Jennekens-Schinkel & Jennekens, 2008). Zij hebben een goede woordenschat maar schieten tekort in talige communicatie. Het staat niet vast dat deze stoornis op dezelfde wijze aanwezig is bij kinderen met hydrocefalus door andere oorzaken dan MMK. Daarom wordt ze beschreven in de Ziektebeschrijving Spina bifida.
Veranderingen van de cognitie
Beschikbare gegevens over de intelligentie wijzen niet op achteruitgang in de loop der jaren (Tromp et al., 1985). Normalisering van de liquorafvloed lijkt, tegen de verwachting in, geen verbetering van de mentale ontwikkeling tot gevolg te hebben (Bøtcher et al., 1978; Lindquist et al., 2005).