Lichamelijke stoornissen
Verschijnselen
Deze zijn anders bij pasgeborenen dan bij oudere kinderen.
- De baby is prikkelbaar, de voeding verloopt met moeite, de lichaamstemperatuur is te hoog of te laag, de ademhaling is versneld, het bewustzijn is veranderd en soms zijn er epileptische aanvalletjes.
- Bij het wat oudere kind wijzen de verschijnselen duidelijker op de onderliggende oorzaak. Het kind heeft hoofdpijn, het is onwel, het heeft koorts, het kan gaan ijlen; het bewustzijn daalt en er zijn epileptische aanvallen. Bij onderzoek kan blijken dat het een stijve nek heeft en dat ter plaatse van de fontanellen het onderhuidse tussenliggende vlies ongewoon gespannen is.
Bij kinderen met meningokokkenmeningitis kunnen bloedinkjes in de huid een teken zijn van sepsis. Andere verschijnselen zijn afhankelijk van eventuele aantasting van bloedvaten of zenuwen in de liquorruimte, dan kunnen oogbewegingen gestoord zijn of kan een lichaamshelft verlamd zijn. Aantasting van bloedvaten of zenuwen in de cochlea kan het kind doof maken. Van de kinderen tussen nul en tien jaar met bacteriële meningitis overleed tot enige jaren geleden 2.5% (Koomen, 2003; zie ook Roos, 1997).
Medische behandeling in de acute fase
Het kind wordt behandeld met antibiotica om de ziekteverwekker te bestrijden. Om het risico op gehoorverlies en neurologische gevolgen te verminderen worden corticosteroïden toegediend (Brouwer et al., 2013). Afhankelijk van de gevoeligheid van de ziekteverwekker kan het verstrekte antibioticum verschillen. Zo nodig worden anti-epileptica gegeven om epileptische aanvallen tegen te gaan.
Restverschijnselen en hun behandeling
Blijvend gehoorverlies doet zich voor bij ongeveer zeven procent van de kinderen, zwakzinnigheid bij twee procent en epilepsie ook bij twee procent (ENCYCL-Zwakzinnigheid). Drie andere restverschijnselen zijn elk bij ongeveer 1 procent of minder vastgesteld: hydrocefalus door verkleving van hersenvliezen en belemmering van de liquorcirculatie, verlamming in een lichaamshelft door een infarct en gezichtsveldbeperking ook door een infarct (Koomen, 2003). De percentages zijn lager dan veelal gerapporteerd, mogelijk door medebehandeling met corticosteroïden.
Bij ernstig gehoorverlies en verbindweefseling van de cochlea moet plaatsing van een cochleair implantaat worden overwogen, epilepsie kan noodzaken tot langdurige behandeling met geneesmiddelen (zie Ziektebeschrijving Epilepsie) en hydrocefalus tot het aanbrengen van een kunstmatige afvoer van liquor (zie Ziektebeschrijving Hydrocefalus ) (Koomen, 2003; Koomen et al., 2003; Merkus et al., 2007; Jennekens-Schinkel & Jennekens 2008).