Lichamelijke verschijnselen

Verschijnselen

Het langzaam groeiende craniofaryngeoom belemmert op den duur de afvloed van hersenvocht vanuit de derde ventrikel. Het oefent geleidelijk steeds meer druk uit op aangrenzende structuren: hypothalamus en hypofyse en de kruisende oogzenuwen in het chiasma. De verschijnselen variëren van hoofdpijn, misselijkheid en braken (door verhoogde druk in de schedel als gevolg van de belemmerde afvloed van hersenvocht en toenemende grootte van het gezwel), onvoldoende zien (beperking van de gezichtsvelden, wazig zien), teveel drinken en plassen en groeivertraging tot inactiviteit en moeheid. De tumor is goed zichtbaar op een MRI (Merchant et al., 2002).

Behandeling van de tumor

De behandeling omvat (1) herstel van de afvloed van het hersenvocht, (2) operatieve verwijdering van tumorweefsel en (3) bestraling. De kans op opnieuw uitgroeien van de tumor is kleiner naarmate deze vollediger verwijderd is, maar de tumor volledig los prepareren van de hypothalamus geeft groter risico voor extra letsel van de hypothalamus. Bestraling vindt zo gericht mogelijk plaats; ze leidt tot schrompeling van tumorweefsel of stagnatie van tumorgroei. Groeit de tumor toch opnieuw uit dan zal opnieuw geopereerd en/of bestraald moeten worden (Combs et al., 2007)

Behandeling van restverschijnselen

De restverschijnselen zijn van neurologische en van hormonale aard. De neurologische restverschijnselen betreffen vooral het zien: beperking van de gezichtsvelden en bij uitzondering zelfs blindheid. Andere neurologische verschijnselen, zoals eenzijdige aangezichtsverlamming, zwakte in een lichaamshelft en epilepsie, zijn zeldzaam maar komen voor. De neurologische restverschijnselen vergen oogheelkundige en revalidatiegeneeskundige maatregelen.

Tekort aan hormoonproductie vergt suppletie van hormonen, bijvoorbeeld van groeihormoon, anti-diuretisch hormoon, schildklierhormoon, bijnierhormoon en geslachtshormoon (Poretti et al., 2004; Merchant et al., 2002). Excessieve gewichtstoename en verhoogde slaapbehoefte overdag houden verband met de beschadiging van de hypothalamus (Müller et al., 2005). Slaapzucht kan in enige mate medicamenteus worden tegengegaan.