| Titel | Body |
|---|---|
| lateraal | naar opzij, zijwaarts |
| leukemie | kwaadaardige woekering van witte bloedcellen. Acute lymfatische leukemie: woekering van onder andere stamcellen van de lymfocyt (eenkernige witte bloiedcel die betrokken is bij afweerrecties), in beenmerg en later ook in bloed door een rijpingsdefect |
| leukodystrofie | toenemend verval van de witte stof in het centrale zenuwstelsel |
| leukomalacie | verweking, versterf van witte stof in de hersenen |
| LG | het geboortegewicht is te laag: tussen 2500 en 1500 gram |
| liquor cerebrospinalis | vocht dat ontstaat in de ventrikels en vandaar uit in de ruimte tussen de vliezen komt die hersenen en ruggenmerg omgeven. Van uit deze ruimte wordt het weer terug opgenomen in het bloed. Zie ENCYCLOPEDIE, Anatomie van de hersenen |
| Lisch-noduli | ophopingen (knobbeltjes) van gepigmenteerde cellen die aan de knobbels een bruine kleur geven. Deze knobbeltjes komen voor in de iris bij patiënt(j)en met neurofibromatose type 1 |
| logopedie | behandeling van stem, spraak, taal en slikken. |
| lordose | kromming van de wervelkolom naar voren, met name in de lendestreek |
| lumbaal | lenden- |
| luxatie | ontwrichting; bijvoorbeeld in de schouder: de kop van het opperarmbeen (de humerus) bevindt zich niet in de schouderkom |
| Lyme | plaatsje in Connecticut, USA. Zie Lyme-borreliose |
| Lyme-borreliose | een infectieziekte waarbij een spirocheet (een spiraalvormige bacterie) wordt overgebracht door de beet van een teek; voornamelijk afwijkingen in huid, hart en gewrichten, vliezen rond hersenen en ruggenmerg, perifeer en centraal zenuwstelsel. |
| lymfocyt | eenkernige witte cel in bloed, beenmerg en lymfeweefsel die betrokken is bij afweerreacties, een “immunocompetente” cel. |
| lysosoom | Door een membraan begrensd organel in het inwendige van een cel. Enzymen in lysosomen spelen een rol in het verteringsproces van cellen. |