" (1) | A (61) | B (8) | C (50) | D (43) | E (27) | F (24) | G (19) | H (36) | I (26) | J (1) | K (10) | L (15) | M (57) | N (26) | O (21) | P (70) | Q (2) | R (15) | S (64) | T (33) | U (2) | V (28) | W (7) | X (1) | Z (9)
Titel Body
motorisch leren

het leren van een vaardigheid zoals fietsen of eten met vork en mes.

motorische coördinatie

het afstemmen van bewegingselementen (delen van een beweging/handeling) op elkaar

moyamoya-syndroom

complex netwerk van kleine vaatjes dat in de hersenen ontstaat als reactie op geleidelijk toenemende vernauwing en afsluiting van grote bloedtoevoerende hersenvaten, meestal bij kinderen tussen 0 en 10 jaar. De aandoening geeft na verloop van tijd aanleiding tot TIA's en herseninfarcten

mozaïcisme

het voorkomen in een individu van genetisch verschillende cellen, afkomstig van één bevruchte eicel

MRI

Magnetic resonance imaging (MRI): beeldvorming van organen of structuren in het lichaam, zonder dat dit wordt geopend. (zie ENCYCLOPEDIE, beeldanalyse).

MTS

mesotemporale sclerose: verharding, schrompeling van de hippocampus en nabije structuren.

multi organ dysfunction

Zie MOD.

musculatuur

spierstelsel

mutatie

Zie genmutatie

mutisme

L: mutus = stom; (vrijwel) ontbreken van gesproken taal; soms is de oorzaak hersenziekte, niet te verwarren met anartrie

mutistisch

lijdend aan mutisme

myelencefalon

zie medulla oblongata.

myeline

vettige laag die de dikkere axonen omhult

myelinisatie

vorming van myeline, door myelinisatie van grote aantallen axonen krijgen sommige delen van de hersenen een wit aspect. Men noemt dit witte stof. Gebieden in de hersenen waar zich vooral cellen of cellichamen bevinden hebben bij waarneming met het blote oog een grijzer aspect: dit is de grijze stof.

myelo-ablatie

Samentrekking van twee woorden: "myelopoëse" of vorming van beenmerg en bloedcellen; het Engelse woord "ablation" of verwijdering

myeloïde-leukemie

door woekering van beenmergcellen verschijnen in het bloed overmatig veel segmentkernige witte bloedcellen. een kwaadaardig proces.

myelokèle

via een opening in het wervelkanaal, doorgaans aan de rugzijde stulpt ruggenmerg, omhult door vliezen, naar buiten

myelomeningokèle

omdat het wervelkanaal plaatselijk niet gesloten is, meestal aan de rugzijde, kan door vliezen omgeven ruggenmerg naar buiten stulpen

Myoclonieën

plotselinge niet ritmische spiertrekkingen; ze zijn niet altijd epileptisch

Myoklonieën

trekkingen in een spier, of verspreid in verschillende spieren, ze zijn niet altijd epileptisch

myotonie

vertraagde ontspanning van een spier na aanspanning