| Titel | Body |
|---|---|
| stigma | brandmerk; stigmatisering betekent het sociaal brandmerken, in de context van deze website door een ziekte of ziekteverschijnsel |
| stoma | kunstmatige uitgang |
| stoornis | afwijking in of verlies van functie, of anatomische eigenschap. Stoornis moet worden onderscheiden van tekort. Tekort hoeft niet gerelateerd te zijn aan afwijking in structuur of functie van het organisme. Voorbeeld: slecht rekenen door hersenbeschadiging is een "stoornis" en door spijbelen een "tekort". Slecht rekenen is in termen van de ontwikkelingstaken van een kind ook een "beperking". Zie ENCYCLOPEDIE, Internationale classificatie van het functioneren. |
| stoornissen | Zie stoornis |
| stoornissen in het cognitieve functioneren | Zie stoornis en cognitieve functioneren |
| strabismus | scheelzien |
| strekkramp | abnormale strekbeweging van het lichaam; soms alleen of vooral de armen met naar binnen draaien van de armen (endorotatie) waarbij de handen tot vuisten zijn geklemd |
| striatum | zie corpus striatum |
| stroma | steunweefsel |
| subarachnoϊdale ruimte | ruimte tussen het spinnewebvlies, de arachnoidea en de pia mater die dicht tegen het oppervlak van het centrale zenuwstelsel aan ligt. de vliezen rond de hersenen |
| subduraal | tussen het harde hersenvlies (de dura of dura mater) en het spinnewebvlies, de arachnoīdea |
| subependymaal | onder het ependym |
| subluxatie | verplaatsing van een bot in een gewricht met behoud van enig contact |
| sulci | groeven |
| sulcus | groeve |
| sulcus centralis | groeve aan de buitenzijde van een grote hersenhelft, van boven naar beneden verlopend, de scheiding vormend tussen de frontale kwab en de pariëtale |
| suppletie | toediening van hetzelfde of een ander, vergelijkbaar middel, hormoon etc., ter aanvulling of vervanging van onvoldoende of afwezige eigen productie ervan |
| syfilis | een geslachtsziekte die wordt veroorzaakt door besmetting met een bacterie, een spirocheet |
| symptomatisch | verschijnsel dat wijst op ziekte of afwijking |
| symptoom | ziekteverschijnsel |
| synaps | contactplaats van een uitloper (axon) van een zenuwcel met een andere zenuwcel voor het overdragen van informatie. De contactplaats tussen axon en spiervezel wordt eindplaat genoemd; eindvoet is ongebruikelijk. |
| syndromen | syndromen zijn complexen van verschijnselen die vaker in eenzelfde combinatie voorkomen en die daarom als eenheden worden opgevat |
| syndroom | complex van verschijnselen die vaker in eenzelfde combinatie voorkomen en die daarom als een eenheid worden opgevat. Vaak afwisselend gebruikt met “ziekte” |
| syndroom van Rasmussen | een zeldzame, niet-erfelijke,niet-familiaire aandoening van overwegend of uitsluitend een grote hersenhelft van onbekende origine met ontstekingsachtig karakter |
| syndroom van Sturge-Weber | Een wijnvlek in het gelaat, epilepsie en verhoogde druk in het oog (glaucoom) zijn de meest karakteristieke verschijnselen van het syndroom |
| synthese | samenstellen; de vorming van een chemische verbinding |
| syringomyelie | (vorming van) holten in het ruggenmerg met daarin liquor cerebrospinalis |
| syrinx | buisvormige structuur: in het ruggenmerg bevindt zich een holte |