Lichamelijke verschijnselen

Bij ZLG en ELG kinderen zonder verlamming komen de volgende verschijnselen het meest voor:

  • Na de geboorte moet bij sommige kinderen de ademhaling kunstmatig onderhouden worden waardoor longschade kan ontstaan (bronchopulmonale dysplasie). Daardoor kunnen zij nog tot op de schoolleeftijd een minder goede longfunctie en ademhalingsproblemen hebben (Hennessy et al., 2008)
  • Scheelzien, bijziendheid en astigmatisme komen voor bij een aanzienlijke minderheid van deze kinderen; de kinderen zien gemiddeld ook minder scherp en ze nemen minder goed diepte waar (Hellgren et al., 2007)
  • Twee procent van de ZLG adolescenten hoort onvoldoende (Hille et al., 2007).
  • De kinderen zijn – gemiddeld – klein voor hun leeftijd. Jongens zijn op twintigjarige leeftijd gemiddeld nog steeds iets te kort, meisjes hebben dan de achterstand ingehaald (Hack et al., 2003)
  • De kinderen zijn – gemiddeld – motorisch minder vaardig dan à terme geboren leeftijdgenoten. Dat blijkt in bijvoorbeeld handvaardigheid, balvaardigheid en evenwicht (Foulder-Hughes & Cooke, 2003).