Inleiding

Het woord “beroerte” wordt gebruikt voor ziekteverschijnselen die ontstaan door infarcering of bloeding in de hersenen. Men spreekt ook wel van cerebrovasculair accident of CVA. “Kinderjaren” zijn in deze ziektebeschrijving de periode tussen de tweede levensmaand en het 18de jaar.

Een beroerte kan ontstaan door:

  • gehele of gedeeltelijke afsluiting van een cerebrale arterie (ENCYCL-Anatomie van de hersenen) en als gevolg daarvan onvoldoende toevoer van bloed – en dus van zuurstof – naar het hersenweefsel. De afsluiting kan tot plaatselijk versterf van weefsel (infarcering) leiden.
  • bloeding in het hersenweefsel, met versterf van weefsel door druk van opgehoopt bloed en door tekort aan bloed dat voldoende zuurstof bevat
  • (zelden) afsluiting van een cerebrale veneuze sinus (ENCYCL-Anatomie van de hersenen) door een trombus. Belemmering van de bloedafvoer kan tot stuwing en soms tot infarcering leiden.
    Deze tekst betreft vooral de arteriële herseninfarcten omdat over de neuropsychologie daarvan het meeste bekend is. Gevolgen van hersenbloedingen en van sinusafsluitingen komen kort aan de orde. Hersenaandoeningen ten gevolge van sikkelcelziekte en moya moya blijven in deze tekst buiten beschouwing.