Titel | Body |
---|---|
narcose | bewusteloos en verdoofd: de toestand waarin mensen zijn gebracht die een operatie ondergaan |
natrium | het natriumion vormt, gebonden aan het chloorion, zout. Keukenzout is NaCl |
navelstreng | |
navigeren | de koers in een ruimte bepalen |
necrose | sterfte, maar dan van cellen of van weefsel. |
nekstijfheid | nekstijfheid kan ontstaan door inklemming van deel van cerebellum en soms van hersenstam in het achterhoofdsgat (tussen schedel en wervelkanaal) maar ook bij ontsteking van de hersenvliezen (meningitis) of bloeding in de liquor ruimte tussen arachnoïdea (spinnewebvlies) en pia mater. De kin niet op de borst kan worden gebracht als gevolg van reflexmatig spierverzet. Zie ook ENCYCLOPEDIE: Anatomie van de hersenen. |
neologisme | nieuw gevormd- niet bestaand woord. Deze woorden kunnen voorkomen in de taal van mensen met afasie |
neonataal | tijdens of kort voor of na (t/m 28e levensdag) de geboorte |
neonatale | Zie neonataal |
nervus vagus | tiende hersenzenuw; de cellichamen bevinden zich in het onderste/achterste deel van de hersenstam. De uitlopers (axonen, zie axon) lopen via de hals naar de keel en andere lichaamsorganen |
neuro-ectodermaal | afkomstig van het kiemblad (ectoderm) waaruit zenuwstelsel ontstond. |
neurofibroom | bindweefsel gezwel uitgaande van zenuw, goedaardig |
neurohypofyse | achterkwab van de hypofyse (zie pars posterior) |
neuron | zenuwcel |
neuronaal | met betrekking tot een of meer neuronen |
neuronen | Zie neuron |
neuropsychologie | veld in de psychologie dat de wisselwerking tussen hersenorganisatie en gedrag onderzoekt |
neuropsychologisch | Psychologische aspecten van neurologische processen |
neuropsychologische | Zie neuropsychologie |
neurotransmittor | een stof die in de contactplaats van twee zenuwcellen (synaps) wordt losgelaten door de uitloper van de ene cel en opgevangen door de andere voor het overdragen van informatie. |
NICU | neonatal intensive care unit, afdeling gespecialiseerd in zorgvuldige en doorlopende verpleging van pasgeborenen |
nodulus | een kleine nodus; een nodus is een knobbel |
nonverbale leerstoornis | nog niet goed afgebakend complex van tekorten in visuo-perceptuele en motorische informatieverwerking |
nucleotiden | Nucleotiden zijn samengesteld uit een suiker, een fosfaat en een van de volgende vier organische basen: adenine, cytosine, thymine en guanine. Een DNA-streng bestaat uit eiwitten waar een keten van nucleotiden omheen is gewonden. |
nucleus caudatus | nucleus betekent kern en caudatus "voorzien van een staart" of "staartvormig". De nucleus caudatus maakt deel uit van de basale kernen of corpus striatum. Het is hoefijzervormig en omvat een voorste deel, het caput, een middendeel of corpus en een achterste deel, de cauda (staart). Zie ENCYCLOPEDIE: Anatomie van de hersenen, de paragraaf over Grijze en Witte Stof |
nystagmus | een snelle beweging van de oogbol gevolgd door langzamer terugkeer naar de uitgangsstand, zich ritmisch herhalend. |