Titel | Body |
---|---|
café au lait vlek | vlek met deze kleur op de huid, voorkomend bij neurofibromatose 1 en ziekte van Legius, en ook wel zonder enige ziekte. |
CAL vlek | |
capsula interna | brede laag met merghoudende zenuwvezels tussen nucleus caudatus en thalamus enerzijds en putamen en globus pallidus anderzijds. De vezels zijn op weg naar of keren terug van ruggenmerg en hersenstam. Zie ENCYCLOPEDIE, Anatomie van de hersenen |
carcinogeen | kanker verwekkend |
carcinoïd | tumor uitgaande van cellen met neuronaal aspect die hormonale producten afscheiden, vooral in de maagdarm, ook wel in de longen |
cariēs | verval van tandweefsel. Letterlijk: verrotting. |
cerebellum | kleine hersenen |
cerebraal | de hersenen betreffend |
cerebrale parese | verzamelbegrip voor niet progressieve motorische, cognitieve en andere stoornissen tengevolge van aandoening of schade van de hersenen van het ongeboren of pasgeboren kind. |
cerebrovasculair | de bloedvaten van de hersenen betreffend |
cerebrovasculair-accident | acute verstoring van de cerebrale bloedcirculatie met focale neurologische uitvalsverschijnselen (verlammingen, gevoelloosheid en taalstoornissen) |
cerebrum | hersenen, in het bijzonder de grote hersenen |
cervicaal | hals- |
chemotherapie | behandeling met (genees)middelen die tumorcellen doden of hun groei remmen |
chiari-malformatie | onderste deel van cerebellum en eventueel onderste deel van hersenstam bevinden zich bovenin wervelkanaal |
chiasma | kruising van vezels; meest gebruikt voor de kruising van de zenuwvezels van de optische hersenzenuwen. Zie chiasma opticum. |
chiasma-opticum | kruising van de mediale vezels van de oogzenuwen, die hier overgaan in de beide tractus optici |
chorea | onregelmatige, snelle, niet doelgerichte bewegingen die het normale bewegingspatroon doorkruisen. |
chorioamnionitis | ontsteking van de vliezen die het nog ongeboren kind omgeven |
chromosoom | chromosomen zijn dragers van erfelijk materiaal. Een chromosoom bestaat uit DNA en eiwitten (histonen). Het DNA ligt om de eiwitten gedraaid. Genen maken deel uit van het DNA. |
CI | cochleair implantaat: een elektronisch apparaatje dat in de cochlea aangebracht is en geluid omzet in elektrische signalen die rechtstreeks de gehoorzenuw stimuleren. Met een CI kunnen doven en personen met een gering restgehoor (opnieuw) klanken, geluiden en spraak waarnemen |
cluster | Het speciale onderwijs is in Nederland ingedeeld in vier clusters (groepen): |
cochlea | slakkenhuis, deel van het binnenoor |
Cognitie | Zie cognitie |
cognitie | redeneren, begrijpen, leren, herinneren, opvatten, waarnemen, onthouden, oordelen en andere aspecten van denken/weten |
cognitief functioneren | het functioneren zoals tot uiting komt in het (leren)kennen |
cognitieve functiestoornis | abnormaliteit in een cognitieve functie door schade aan of dysfunctie van de hersenen |
Cognitieve functiestoornissen | abnormaliteit in cognitieve functies door schade aan of dysfunctie van de hersenen |
cohort | een cohort omvat alle kinderen die aan een bepaalde eigenschap voldoen. Een dergelijke eigenschap kan zijn ‘geboorte in een bepaalde tijdsspanne (met bekende behandelingsmogelijkheden) en met een welomschreven geboortegewicht’, of ‘geboorte in een bepaalde tijdsspanne, x weken voor de uitgerekende datum’. Inclusie van alle patiënten die voldoen aan een eigenschap is een waarborg tegen selectiescheefheid en geeft enig vertrouwen in generaliseerbaarheid van de uitkomsten. |
coma | bewusteloosheid |
communicatie | uitwisseling van informatie |
complex | in het kader van epilepsie: een partiële epileptische aanval waarbij het bewustzijn is gedaald. Tijdens de aanval vreemde gewaarwordingen en automatismen |
concordantie | concordant betekent overeenkomend |
congenitaal | aangeboren |
contractie | samentrekking, verkorting, van een spier |
contractuur | bewegingsbeperking in een gewricht door spierverkorting |