Titel | Body |
---|---|
arteria cerebri media | De middelste van de drie grote hersenarteriën. Zie arteria, cerebri, en media. |
Arteriogram | Na het inspuiten van een contraststof in een arterie is het verloop van het vat en van de zijtakken op een röntgenfoto, CT scan of MRI zichtbaar |
asfyxie | Letterlijk: geen pols. Asfyxia foetalis is het verdwijnen van de polsslag door beklemming van de navelstreng waardoor onvoldoende bloedtoevoer naar de placenta en onvoldoende terugkeer van bloed uit de placenta. Asfyxia neonatorum is het uitblijven van de ademhaling van de pasgeborene |
astasie | niet kunnen staan |
astigmatisme | structuurfout van een ooglens: de lichtstralen komen niet in een gemeenschappelijk brandpunt samen waardoor beeldvervorming ontstaat |
astrocyt | gliacel (steuncel) met stervormig uitstralende uitlopers |
astrocytoom | gezwel bestaande uit gewoekerde astrocyten, stervormige gliacellen |
astroglia | de steuncellen in het centrale zenuwstelsel voorzover bestaande uit cellen met stervormige uitlopers. Zie voor afbeelding de ENCYCLOPEDIE, Anatomie van de hersenen |
ataxie | gestoorde coördinatie bij willekeurige bewegingen |
atonie | ontbreken van spierspanning, ook wel gebruikt voor onvoldoende spierspanning |
atrofisch | verminderd in massa en omvang door onvoldoende voeding en/of gebruik |
auditief | op het gehoor betrekking hebbend |
auditieve agnosie | niet herkennen van een waargenomen bekende geluidsprikkel:(1) psychische doofheid: geluiden worden niet herkend; (2) muziekagnosie:bekende melodieën worden als zodanig niet herkend |
Aura | symptoom dat alleen bemerkt wordt door de patiënt zelf. Het is het eerste verschijnsel van een epileptische aanval en het kan het enige verschijnsel zijn. |
autisme | stoornis die gedefinieerd is aan gedragskenmerken waarvan het belangrijkste verschijnsel gebrek aan wederkerigheid in het contact is. Meestal een ontwikkelingsstoornis, bij uitzondering later optredend door een verworven ziekte. |
autistisch | Zie autisme |
auto-immuun | het niet herkennen van lichaamseigen bestanddelen en het attaqueren daar van doet zich voor bij auto-immuunziekten. |
automatisme | handeling die buiten het bewustzijn om verloopt |
Automatismen | Zie automatisme |
autonomie | onafhankelijkheid |
autosomaal dominant | autosoom: met dit woord wordt een niet-geslachtelijk (geen Y of X) chromosoom aangeduid. Dominant staat voor overheersend. Bij een autosomaal dominant overervende ziekte heeft ieder van de kinderen een kans van ten hoogste 50% op de ziekte. |
autosomaal dominante overerving | de erfelijke aandoening / eigenschap is overgebracht door één ouder, ook al is het van de andere ouder verkregen desbetreffende genetische materiaal normaal |
AVM | Arterioveneuze malformatie (AVM): misvorming van vaten: door afwezigheid van een normaal stelsel van haarvaten is de stroom van slagaderlijk naar aderlijk bloed abnormaal; kan bij verwijding tot een aneurysma leiden tussen arterie en vena |
axon | van het cellichaam af geleidende lange zenuwceluitloper, vaak door myeline omgeven |
axonen | de meestal langste uitloper van een zenuwcel die impulsen naar andere cellen geleidt. |